Nu beleggen, is dat slim?
Wie belegt, neemt risico. Dat mag duidelijk zijn. Als je belegt, neem je op een bepaalde manier deel aan de economie en de economie kent nu eenmaal zijn ups en downs. Wie spaart neemt ook deel aan de economie, maar staat langs de zijlijn. Wie spaart krijgt een vergoeding voor geld dat hij of zij beschikbaar stelt aan de bank en de bank gaat met dat geld aan de slag. In principe loop je geen risico, als de bank in kwestie niet failliet gaat. En zelfs als zou de bank failliet gaan, dan heb je waarschijnlijk nog altijd recht op maximaal 100.000 euro compensatie per persoon. Hoe anders is dat met beleggen?
Als je nu ‘in de markt’ zit met een aandelenportefeuille, dan zijn er het afgelopen jaar wellicht wat momenten geweest waarop je had gehoopt dat je geld op een spaarrekening zou staan. De markt was erg beweeglijk. Je kon je vermogen met procenten tegelijk zien dalen, maar ook zien stijgen.
Onderzoek maakt duidelijk
Een onderzoek van Schroders, een grote Britse vermogensbeheerder, belicht het effect van grote beursdalingen. De onderzoekers van Schroders hebben een periode van zo’n 150 jaar nader bekeken. Ze hebben de koersen op de Amerikaanse aandelenbeurs geanalyseerd en vonden een aantal crises. Hun doel was om uit te vinden dat als de beurs met 25% of meer daalde (en dat kun je dan met recht een beurscrash noemen) hoe lang je als belegger moest wachten totdat je dat verlies had goedgemaakt en weer op nul stond. En zij vonden het interessant om dat te weten in twee situaties.
Wat bleek de beste reactie van beleggers?
Stel, de beurs crasht met meer dan 25% en je blijft gewoon zitten met die verliesposities, je doet niks en je wacht rustig af. Of, je verkoopt na de daling en zet het geld tijdelijk veilig op een spaarrekening. Na hoeveel jaar ben je dan weer terug bij het startvermogen? De eerste crisis die is onderzocht was die van 1877. De beurs crashte met 33%. Wie belegd bleef, moest twee jaar wachten totdat hij of zij weer op nul stond en zijn verlies dus had goedgemaakt. Wie in cash was gevlucht, moest zeven jaar wachten. In het lijstje van crashes komt het vaak voor dat je in een of twee jaar weer op het oude niveau terug bent met blijven beleggen en dat verkopen aanzienlijk langer kost. Extreem is de daling van 1929 die ervoor zorgde dat 80% van het kapitaal verdampte. Dat is nogal wat. Destijds duurde het maar liefst vijftien jaar om je geld weer terug te krijgen; bij sparen bleek dit zelfs 34 jaar te zijn. Dat is een complete generatie. Met de crises van 2001 en 2008 zagen we dat na ongeveer vijf jaar het kapitaal weer terug was op het uitgangsniveau. Wie in 2001 of 2008 verkocht heeft en in cash is gevlucht, wacht doorgaans nog steeds…
Wat betekent dit voor de huidige crisis?
De belegger die al belegt, kan zich rekenschap geven van de ervaringen van de afgelopen 150 jaar en dit meewegen in zijn beslissing voor de toekomst. Wie nog niet belegt en dit wel overweegt: doorgaans zijn instapmomenten na een forse daling niet verkeerd. Maar, in alles geldt: het valt of staat met gedegen kennis over waar je mee bezig bent en een gedegen financieel plan. Daarmee weet je wat je doel is, wat uit beleggingen nodig is om je doelen te verwezenlijken, hoe markten je kunnen helpen maar ook kunnen tegenzitten en wat een financieel plan doet.
Als je weet hoe het allemaal werkt, kun je met een geruster hart naar de toekomst kijken.